De Staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag en de tweede nota van wijziging bij het Belastingplan 2024 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het kabinet wil economisch dubbele belasting tussen de aanvullende CFC-maatregel, en de kwalificerende binnenlandse bijheffing in het wetsvoorstel Wet minimumbelasting 2024, voorkomen. Voorgesteld wordt om, in lijn met de reeds bestaande regeling op basis waarvan de door een andere staat geheven winstbelasting verrekenbaar kan zijn met de op basis van de aanvullende CFC-maatregel geheven vennootschapsbelasting, op gelijke wijze de verrekening van door een andere staat geheven kwalificerende binnenlandse bijheffing toe te staan.
Een dergelijke verrekening geldt zowel voor binnenlandse bijheffingen in lidstaten van de Europese Unie (EU-lidstaten) als voor binnenlandse bijheffingen in derde staten.
Door de tweede nota van wijziging wordt ook de indexatie tabelcorrectiefactor beperkt. De toe te passen inflatiecorrectie wordt 0,29%-punt lager vastgesteld op 9,61%. Derhalve wordt de te hanteren indexatiefactor vastgesteld op 1,0961. Dit heeft gevolgen voor vrijwel alle voor de inkomstenbelasting geldende bedragen en de voor de toeslagen geldende drempelbedragen voor de vermogenstoets per 1 januari 2024. Dit werkt door naar de indexatie van de eerste schijfgrens voor belastingplichtigen die op of na 1 januari 1946 zijn geboren. De schijfgrens wordt € 75.549.
Tenslotte worden technische wijzigingen aangebracht in de Wet belastingen op milieugrondslag en de maatregel samenloopvrijstelling bij aandelentransacties.
In de nota naar aanleiding van het verslag worden de vragen vanuit de Tweede Kamer beantwoord. Deze nota wordt uitbereid behandeld in een binnenkort te verschijnen digitale special van Vakstudie Nieuws.
Bron: Taxlive / SRA
Heb je vragen over deze blog?
Heb je vragen over deze blog of ben je benieuwd naar onze mogelijkheden? Neem dan contact met ons op.